Cookie beleid sv DRL

De website van sv DRL is in technisch beheer van VoetbalAssist en gebruikt cookies. Hieronder de cookies waar we je toestemming voor nodig hebben. Lees ons cookiebeleid voor meer informatie.

Functionele cookies

Voor een goede werking van de website worden deze cookies altijd geplaatst.

Analytische cookies

Binnen de site worden er op dit moment geen analytische cookies gebruikt.

Marketing cookies

Facebook Toestaan Niet toestaan

Historie

Historie

De Rotterdamse Leeuw

In de zomer van 1929 beseften de oprichters, in het Café van Frans Potjé aan de Brielselaan, niet dat DRL na 75 jaar uit zou groeien tot een sportvereniging met een kleine 800 leden. De eigenlijke oprichting heeft DRL te danken aan Toon Donker.

De Rotterdamse Leeuw is op 14 juli 1929 opgericht in de contreien van de Tarwebuurt onder de naam Rood-Zwart. Dit deden vijf broederparen, te weten: Jan en Willem van Amerongen, Willem en Dirk Smit, Koos en Geert Pleket, Adrie en Piet Tavenier en Jan en Henk Tuinman.

 

Deze vijf broederparen wilden iets meer dan voetbal spelen buiten een organisatie om. In die tijd was er al iets van een groepering. De jongens uit de Tarwebuurt namen achter de jongens-tribune van Feyenoord eens een bal mee waar jaren mee werd gespeeld. Toen de bal klapte, betaalde iedereen vijf cent ballenverslijt en, hoewel niet genoeg voor de aanschaf van een nieuwe bal, was dit geldpotje de eerste organisatievorm van het latere D.R.L.

Zij en vele anderen hielpen de club groot en sterk te worden door lid te worden van de N.A.S.B. (Nederlandse Arbeiders Sport Bond) omdat men de N.V.B. (de voetbalorganisatie was toen nog niet koninklijk) te duur vond. In dat eerste jaar werd D.R.L. kampioen en zelfs de sterkste van Zuid-Holland, doch de financiële mogelijkheden om door te gaan voor een kampioenschap van Nederland ontbraken. Tot meer ontwikkeling kwam het na de overgang naar de Rotterdamse Voetbalbond op 30 augustus 1930. Dit bracht tevens een naamsverandering met zich mee omdat er al een Rood-Zwart bestond en dus werd het De Rotterdamse Leeuw (D.R.L.) Overigens werd er toen wel in een Rood-Zwart tenue gespeeld.

In 1936 wordt er, voor het eerst in het bestaan, een clubblad uitgebracht.

In de competitie 1936-1937 werd D.R.L ongeslagen kampioen van de 2e klasse R.V.B. In het seizoen 1937-1938 werd de jonge ploeg zelfs kampioen van de eerste klasse R.V.B. en kon de overstap naar de K.N.V.B. worden gemaakt. Het dagblad Voorwaarts (voorloper van Het Vrije Volk) schreef indertijd over het kampioenschap: "Ongetwijfeld een mooie prestatie van deze club, die pas negen jaar bestaat en dit jaar voor het eerst in de eerste klasse uitkomt".

Er werd gespeeld aan de Kromme Zandweg, maar het speelveld voldeed niet aan de gestelde eisen van de K.N.V.B. Hierdoor moest er worden uitgezien naar een ander speelveld. Het 10-jarig bestaan werd gevierd in de grote zaal van Odeon. De pers schreef destijds:"D.R.L. is een sterke, populaire Rotterdamse arbeidersvereniging, die naast de lichamelijke opvoeding, ook zijn culturele taak niet vergeet. De filmochtenden mogen zich altijd in een grote belangstelling verheugen".

  

 

20 jaar De Rotterdamse Leeuw (1940-1949):

De oorlogsjaren waren ook voor de D.R.L-leden moeilijke jaren. Er vond een aanhoudend vertrek van leden plaats naar Duitsland, hetzij voor tewerkstelling, hetzij naar concentratiekampen. In het jaarverslag schreef de secretaris dat, gezien de omstandigheden, de balans redenen tot tevredenheid geeft. Op 15 juli 1944 vindt er een jubileum-herdenkingsavond plaats in het clublokaal café De Klok aan de Brielselaan 180. Er waren 40 leden uitgenodigd.

Herinneringen uit de oorlogsjaren (auteur onbekend):  

Op voorstel van de KNVB mochten de verenigingen van de Zuid-Hollandse eilanden aan de competitie deelnemen, op voorwaarde dat zij de reisgelegenheid, die officieus in het geheel niet meer bestond, voor de bezoekende vereniging zouden regelen. De eerste competitie met deze regeling gingen wij met de veerboot naar tuindorp Heyplaat, waar wij bij een striemende winterkou met een platte vrachtauto door de vereniging Poortugaal werden opgehaald. De niet lange reis naar het dorpje Poortugaal, werd een ware marteling. De competitie daarop, waren wij weer bij Poortegaal ingedeeld. Toen we weer door dezelfde platte auto zouden worden afgehaald, weigerden wij deze regeling. Het resultaat was twee punten in mindering, wegens niet opkomen. Reglementair moesten wij deze verzuimde wedstrijd toch spelen en na enige discussie met de KNVB en Poortugaal, ondernomen wij met een door ons gehuurde, en door Poortugaal betaalde, reisgelegenheid de trip naar Poortugaal. Bij de Charloische rouwdienst wisten we twee volgkoetsen te huren en zo togen wij naar Poortugaal. Poortugaal die dat jaar kampioen werd en nog ongeslagen was, had na ons vertrek de eerste, en achteraf bleek de enige, nederlaag van deze competitie te pakken, 2-3.

(Op ons veld gehoord)

Voor de reis naar D.C.V. (om de KNVB beker) zouden we vanuit de stad de nog enige over de Oostzeedijk rijdende paardentram nemen, met als eindpunt Woudestein. Doch deze was helaas uit het verkeer genomen. Dan maar vanuit Rotterdam-Zuid te voet over de bruggen naar Kralingscheveer. Als compensatie voor het vele lopen kregen we een bord warme erwtensoep ter waarde van 50 cent uit de kas. Deze erwtensoep wisten wij, gezien het voedsel tekort, te krijgen in Café Rust-Wat aan het eindpunt van de niet meer rijdende paardentram aan de Oostzeedijk. Wij togen hierna naar het voor ons te sterke DCV, met slechts één doel: zo goed mogelijk partij geven. Onder getuige van een zeer groot publiek, wisten wij met 2-3 de strijd te winnen. Wij hadden hierdoor twee bestreden punten plus twee geblesseerde spelers.

Janson had een gescheurde kuitspier en moest per ziekentaxi naar Rotterdam. De rest van de spelers ondernam de terugreis te voet. Henk Tuinman regelde, in overleg met de plaatselijke arts en het taxibedrijf, het vervoer van Janson. Toen Henk Tuinman met Janson aan de Pleinweg in Rotterdam was aangekomen, bleek dat ook hij vrijwel niet meer kon lopen. 20 minuten voor het einde, hoewel hij de wedstrijd had uitgespeeld, kreeg hij een flinke trap tegen zijn voet. Uit nader onderzoek, van een dokter uit Rotterdam, bleek dit een gebroken teentje als resultaat te hebben.

(Het treintje ging niet)

De Spijkernissebrug was door de Duitsers bezet en zonder uit-reis visum mocht men de Zuid-Hollandse eilanden niet betreden. Op voorstel van PFC was er een oplossing gevonden om zo toch de geplande wedstrijd te kunnen spelen.

Vanuit Rotterdam-Zuid moesten we, met de toen nog rijdende tram, naar het DP-station in Vlaardingen. Daar konden we met een boot, die om de zoveel uur overstak, overvaren. Aan de overkant aangekomen zou PFC ons, ik meen per paard en wagen, op komen halen. Uit en thuis zou met deze reis twaalf uur gemoeid gaan.

Het brood tekort, voor een reis van twaalf uur, was het grootste probleem van de spelers. Hiervoor werd een oplossing gezocht. Er werd een koffer gehamsterd en deze werd gevuld met op de zwarte markt gekochte broodjes.

Toen wij om 7.00 uur ons huis verlieten, begon het te stortregenen. Daar wij van de consul geen bericht van afkeuring hadden ontvangen, waren wij sportief gezien verplicht om te gaan. In de stromende regen kwamen we bij het DP-station aan, maar de toestand werd steeds hopelozer. De heer-keur van de R.V.B. werd per telefoon om raad gevraagd en hierop besloten wij om de reis terug te aanvaarden.

Gezien hun grote waarde werden de zwart gekochte broodjes onder de deelnemers van deze vroege trip broederlijk verdeeld.

Op 30 juni 1946 ging er een grote wens in vervulling. Er waren namelijk 1.000 leden en donateurs.
In het seizoen 1947-1948 werd D.R.L. alweer kampioen en speelde daardoor voor het eerst in haar bestaan in de 3e klasse van de K.N.V.B.

Doordat er in het seizoen 1948-1949 een verzwaarde degradatiebepaling was, redt D.R.L. het dat seizoen niet. D.R.L. degradeerde naar de 4e klasse van de K.N.V.B. Deze degradatie was vooral te wijten aan de vele blessures en de spelers die vertrokken naar Indië in verband met de militaire dienst.

De toenmalige secretaris schreef in 1949 over het 20-jarig jubileum: "Voor mensen met een vooruitstrevende geest, die voor het verenigingswerk door steun of tijd zich veel opoffering getroosten, is een dag als vandaag nu wij ons 4e lustrum herdenken, een dag van schone herinneringen. Zij immers waren er steeds op uit om van hun vereniging een gezonde gemeenschap te maken die in het maatschappelijk leven haar plaats waard is. Door hard werken en met de steun van onze talrijke vrienden zijn wij in het doel, dat wij ons bij de oprichting stelden, tot op heden ongetwijfeld geslaagd. Van een klein clubje groeiden wij uit tot een vereniging van betekenis." 

30 jaar De Rotterdamse Leeuw (1950-1959):

Het kampioenschap in 1952 was heel speciaal .In 1952 namelijk vonden er grote herhalingsoefeningen plaats in West-Duitsland. Acht jongens werden opgeroepen. Er moest een beroep gedaan worden op oude lichtingen. Deze groep speelde als jonge honden. Op 25 april werd D.R.L. kampioen in een wedstrijd tegen G.S.V..

 

Volleybalelftal op 20 juni 1952.

In 1952 werd er een volleybal afdeling opgericht. Deze afdeling bestond tot 1971 bijna 20 jaar). Ook met deze sport ging het voorbarig. D.R.L. werd de grootste volleybalvereniging aan de Linker Maasoever. D.R.L. was vier jaar lid van de NeVoBo en al 2x kampioen. Zo bereikten de heren volleyballers de eerste klasse. In deze klasse speelden ook de dames volleyballers en deze wisten zelfs de overgangsklasse te bereiken. In 1966 werd er aan de Spinozaweg een groot volleybaltoernooi gehouden. In 1968 was D.R.L. de grootste volleybalvereniging van Rotterdam met 86 spelende leden. In november 1971 bleken de afdelingen voet- en volleybal zich steeds minder in elkaar te kunnen vinden. In alle vrede werd toen besloten dat de wegen zich zouden scheiden. De D.R.L volleybal afdeling ging onafhankelijk door als volleybalvereniging ROVOK. In de toenmalige krant "Vrije Volk"werd in 1954 het volgende over het 25-jarig bestaan geschreven:

Zo'n heel bijzondere vereinging is D.R.L. niet. Er zijn clubs, die in 25 jaar opzienbarende sportprestaties hebben geleverd. Wat doet het er toe? D.R.L-ers zijn allemaal vrienden van elkaar. D.R.L. is 25 jaar geworden en het zal ook de vijftig halen zolang de D.R.L-ers vrienden blijven en het best naar hun zin hebben. En dan doet het er helemaal niet toe of dat D.R.L. beter of misschien slechter zal gaan voetballen, want gelukkig is in die club het voetbal nog niet alles.

De deining loopt hoog in de voetbalwereld. Geweldige passagiersschepen van eerste klassers hebben het er lelijk te kwaad van. Er zijn er bij die in hun voegen beginne te kraken. Er zijn er, die slagzij beginnen te maken. Er zijn er, waarvan alle passagiers zeeziek liggen. Er zijn er, waarvan al passagiers en bemanningsleden over boord zijn geslagen. Het is op het ogenblik lang niet in alle opzichten aangenaam toeven op die paleizen van passagiersschepen en de kapiteins hebben hun hoofd vol zorgen.(hoe is dat momenteel anders)

Maar dan moet u eens zo'n klein scheepje- en nu al 25 jaar oud- als D.R.L. tegen die deining zien optornen. Het krijgt geen golven over zich heen, want het vaart er gewoon tegenop en wipt dan rustig over de kruin heen. Weer omlaag, weer omhoog. Het kraakt niet in zijn voegen, want het is te klein om de golven vat op z'n omvang te geven. Het gaat gewoon door op z'n eigen koers en het weet niet van de ellende, waaraan de passagiersschepen ten prooi vallen. D.R.L. blijft varen.

In het jaarverslag 1959-1960 stond één opmerkelijk zinnetje: "Gezien de grote behoefte aan speelvelden kunnen we met het huidige speelveld (=Varkenoord) tevreden zijn, maar…..". 

40 jaar De Rotterdamse Leeuw (1960-1969):

D.R.L. had behoefte aan een eigen home. In 1960 en 1961 werd vier keer een bezoek gebracht aan het Raadhuis. Het gespreksonderwerp: `een eigen veld met clubhuis`. In 1965 (9 januari) kwam er aan DRL´s omzwervingen langs de sportvelden een einde. Van de Kromme Zandweg via Varkenoord, kreeg DRL in dat jaar een eigen `home´aan de Spinozaweg. Vanaf dat moment werd het vizier gericht op de jeugd van de wijk Lombardijen.

Op 20 september 1965 nam het bestuur het besluit over te gaan tot de bouw van een clubhuis.

 

 

Op 13 november om 19.00 uur werd de lichtinstallatie ontstoken. Voordat de lichtinstallatie ontstoken werd ontving Henk Tuinman de bondsspeld. Als waardering en beloning voor het vele werk dat deze man, 36jaar, belangenloos voor D.R.L. en R.V.B., voor het voetbal en de jeugd in Zuid had verricht.

Die avond werd de eerste lichtwedstrijd gespeeld tegen Feyenoord C. D.R.L. won met 2-1.

Sinds januari 1967 werd er gebouwd aan het clubhuis. Op 16 maart 1968 werd het clubgebouw in gebruik genomen. Het eigen home, bestond uit een sfeervolle kantine, vier kleedlokalen met 12 douches en een voorbeeldige accommodatie voor scheidsrechters.

In het begin van de jaren zestig werd er nog steeds gespeeld in de 4e klas K.N.V.B maar de klad kwam er een beetje in. Er moest seizoen na seizoen worden geknokt voor behoud in de K.N.V.B. Toch degradeerde D.R.L. destijds en verbleef het enkele jaren in de 1e klas van de R.V.B.

In de competitie van 1963-1964 schreef de plaatselijke sportpers: "D.R.L. beschikt over een jeugdige ploeg en de een zeer jeugdige speler Ton van Gent valt op. Het is een ploeg met een spelopvatting, die aan menige eerste divisieclub als voorbeeld gesteld zou kunnen worden. Als een harmonica schuift de ploeg in- en uiteen, waarbij alle spelers voortduren in actie zijn, zowel bij de afweer als in de aanval. Fel en snel grijpen zij steeds in en gaan zij de tegenstander achterna. Onvermoeibaar."

Er werden complimenten gemaakt aan de man, van wie we later nog meer zouden horen: trainer Daan den Bleijker (overleden eind 2003).

In het seizoen 1966-1967 werd D.R.L., ten koste van Bolnes, kampioen van de 1e klasse R.V.B. en promoveerde naar de 4e klasse K.N.V.B.

D.R.L. werd in 1968 na een eenjarig verblijf in de 4e klas, wederom kampioen en promoveerde naar de 3e klas van de K.N.V.B.

 

Daan den Bleijker, de trainer die D.R.L. van de R.V.B. naar de 3e klas K.N.V.B. bracht, ging de club verlaten.

In 1969 was D.R.L. uitgegroeid tot 32 voetbalelftallen en 12 volleybalteams. Het 40-jarig bestaan werd gevierd.

Henk Tuinman (de voorzitter) werd benoemd tot erelid. D.R.L. had een organisatie uitgebouwd, waarop niet alleen D.R.L. trots kon zijn, maar zo bleek, ook de K.N.V.B.

De D.R.L. voorzitter werd namelijk door de K.N.V.B. onderscheiden met de zilveren bondsspeld.

Nog geen maand nadat het 40 jarig bestaan was gevierd, overleed de voorzitter na een verkeersongeluk.

Henk Tuinman, mogen we gerust vaststellen, was de feitelijke schepper en schrijver van de club die hem dierbaar was en waarvan hij als het ware de spil vormde waarom heel veel draaide. Als je over D.R.L. sprak, sprak je over Henk Tuinman. Hij werd slecht 58 jaar, maar voor D.R.L. zijn het dubbele jaren geweest.

D.R.L. rouwde.

In het seizoen 1969-1970 was D.R.L. "de rode lantaarndrager". De oude trainer Daan den Bleijker werd teruggeroepen, en het herstel vond plaats. Een eervolle 4e de plaats werd bereikt.

Cultuur: (De strijd met Poortugaal)

D.R.L. deed al voor de oorlogsjaren tot rond de jaren ‘60, ook wat aan (culturele ontspanning). Filmavonden en kunstochtenden werden meestal gehouden in `De Harmonie` aan de Gaesbeekstraat of in het `Collosseum` op de Beijerlandslaan. Geen stoel bleef destijds onbezet. 4500 personen vulden de door D.R.L. gehuurde zalen.

Bekenden artiesten die tijdens de oorlogsjaren optraden waren: Frans Nienhuys, Rita Ross, Les Picos, Henny Verra. Na de oorlogsjaren waren dat bijvoorbeeld: Walden & Kievits, Willy Alberti, Johnny Jordaan, Mieke Telkamp.

Aan het daverende succes van de ochtendvoorstellingen kwam begin jaren ‘60 door de televisie een eind. Er werd toen overgegaan op een jaarfeest met bal. De artiesten die toen in het "Verzamelgebouw Zuid" optraden, waren: Sandra Reemere, Anneke Grönloh, Conny Vink, Ben Cramer en Mini en Maxi.

Vanaf de jaren ‘70 werd de kantine veelvuldig gebruikt voor diverse avonden. Zo valt te denken aan feestavonden, kaartavonden, bingoavonden, sinterklaasavond, disco's, nieuwjaarsreceptie's, carnavalsavonden, dartavonden en casinoavonden.

  

50 jaar De Rotterdamse Leeuw (1970-1979):

Voor het eerst in het 42-jarig bestaan promoveerde D.R.L.in het seizoen 1970-1971, via een kampioensschap, naar de 2e klas van de K.N.V.B. In dit jaar kwamen er nieuwe spelers, zoals Snijders, Hokke, Martens van Dongen, die het elftal duidelijk versterkte. Tegen en in Schiebroek werd het kampioensschap binnen gehaald door twee doelpunten van Maup Martens. In het kampioenselftal speelden: Simon Monster, Ton van Gent, Jan Nijman, Klaas van Dongen, Rien Ouwens, Jaap Tempelman, Henny Segers, Maup Martens, Lagendijk, Bas Hokke en Leo van Vliet.

D.R.L. speelde in het seizoen 1971-1972 dus in de 2e klas van de K.N.V.B. Het leek maar niet op te kunnen met de resultaten van het 1e elftal. Eén maand voor het einde van de competitie stond D.R.L. op de eerste plaats, maar zakte terug naar de 3e plaats. In de voorlaatste wedstrijd werd een nog een plaatje opgeschoven, maar het moest in de laatste wedstrijd gebeuren. Thuis tegen O.D.B. werd gewonnen met 3-1, na met 0-1 de rust te zijn in gegaan. D.R.L. was afhankelijk van het resultaat van Wilhelmus. Deze bleken met 0-2 te hebben verloren.

Wie had dat verwacht: D.R.L. was weer kampioen en promoveerde naar de 1e klas van de K.N.V.B.

Er werd door D.R.L.naam gemaakt toen in 1972 de tweede klasse werd verlaten. Enkele jaren bleef DRL in wat toen de hoogste amateur-afdeling was (1972-1973-1974). Immers de hoofdklasse was toen nog niet gevormd. Spelers als Leo van Vliet, Jan Nijman en Maup Martens werden door bondscoach Arie de Vroet uitgekozen voor de selectie van het Nederlands amateurelftal.

Ook nu leek er geen houden aan. D.R.L. werd herfstkampioen in oktober 1972 en er werden enkele spelers uitgenodigd voor het Nederlands Amateurelftal. Maar de klad kwam er in, het liep niet meer.

Uitgerekend op dat moment ontvouwde de K.N.V.B. haar plannen met betrekking tot een nieuw te vormen hoofdklasse. Het doel van D.R.L. was om naar die hoofdklasse te promoveren. Dat hoefde geen probleem te zijn want zeven van de twaalf clubs uit de 1e klas promoveerden automatisch naar de nieuwe hoofdklasse. Maar uitgerekend dat jaar degradeert D.R.L. naar de 2e klas K.N.V.B.

Eigenlijk dus een dubbele degradatie.

In de zeventiger jaren ontvielen D.R.L. een aantal markante leden waaronder:

"Ome"Jan Woltering: sinds mensenheugenis vergezelde hij D.R.L.

Dick Rijsdijk: Dick Verwierf naam als clubdichter "Woody Woodpecker".

17 september1972: Piet Tavenier: een mede-oprichter van D.R.L. Hij was toen 43 jaar bestuurslid van de vereniging. Piet Tavenier was één van die oer-D.R.L.-ers, die altijd aktief aan het verenigingsleven had deelgenomen. Hij was de man die vroeger langs kwam om de contributie te innen.

19 april 1978: Wim Tavenier, na een verkeersongeluk in Tunesië. Wat Wim Tavenier voor D.R.L. heeft gedaan, is niet te beschrijven. Zijn grote kennis van het verenigingsleven en zijn bestuurlijke kwaliteiten, droegen in zeer hoge mate bij tot de opbouw en ontwikkeling van D.R.L.

In deze klas bleef D.R.L. vijf seizoenen achter elkaar met als hoogste resultaat de tweede plaats in het seizoen 1977.

In 1979 werd het 50 jarig bestaand gevierd.

Na in de kwartfinale gewonnen te hebben van VVOR (1-5) en de halve finale Zwart-Wit '28 te hebben verslagen (0-2), kwam D.R.L. in de finale (3 juni 1980) tegen Unicum niet verder dan 2-2. Na strafschoppen won D.R.L. met 4-3 en was de RN-Cup (Rotterdams Nieuwsblad) in het bezit.

DRL-aanvoerder Ton van Gent neemt de Nieuwsblad Cup in ontvangst. De finale van dat toernooi (waaraan 127 Rotterdamse voetbalverenigingen deelnamen) tussen Unicum en DRL eindigde na 90 minuten spelen onbeslist (2-2), waarna ook de verlenging geen winnaar aanwees. DRL bleek koelbloediger bij het nemen van de strafschoppen.

In 1981 komt D.R.L. tot de halve finale van de RN-cup. DHZ was toen te sterk (1-0) waardoor een tweede finale op rij uitbleef.

In 1981 wordt er achter de bestaande bestuurskamer een bouwkeet neergezet die diende als nieuwe bestuurskamer. Op dat moment werd het al duidelijk dat er ruimte gebrek ging ontstaan in de faciliteiten.

Ton van Gent wordt gehuldigd voor zijn 25-jarig jubileum. Op dat moment speelt hij 20 jaar in D.R.L. 1 en heeft 400 wedstrijden voor D.R.L. gevoetbald.

Het seizoen 1982-1983 werd een zwaar seizoen. Het begin van de competitie ging nog wel, maar de terugval kwam in de 2e competitiehelft. De positie van D.R.L. was met nog vier wedstrijden te gaan, vrijwel uitzichtloos geworden. Doordat ook de belangrijke sleutelwedstrijd tegen S.V.W. werd verloren, degradeerde D.R.L. naar de 3e klas K.N.V.B.

In het seizoen 1983-1984 was het uithuilen en opnieuw beginnen, maar ook nu kreeg het D.R.L. het moeilijk. Het zou toch niet waar zijn dat D.R.L. in twee jaar tijd zou afglijden naar de 4e klas van de K.N.V.B. Gelukkig wist D.R.L. zich te handhaven.

Door de vele elftallen die D.R.L. in deze jaren had, moest de nieuwe bestuurskamer worden omgetoverd tot twee kleedkamers. Het ruimte gebrek was nu echt duidelijk aanwezig.

Na 20 jaar aan de Spinozaweg te hebben vertoefd, werd het tijd om de accommodatie op te frissen. Een geheel nieuwe CV-installatie zorgde ervoor dat de problemen met het koude water voorbij waren. Een opknapbeurt van de lichtinstallatie zorgde ervoor dat er weer voldoende licht was en een geheel nieuwe drainering zorgde weer voor een bespeelbaar veld.

De zittribune kreeg een nieuw verfje, rond het hoofdveld kwam een nieuw afrastering en betegeling en er werden nieuw dug-outs geplaatst.

Er kwam door Bouw & Woningtoezicht en de Nederlandse Sportfederatie toestemming voor de bouw van nieuwe kleedkamers. Hierdoor kon er eind april/begin mei 1984 een begin worden gemaakt met de verbouwing van de kantine en kleedkamers. Een vernieuwd clubgebouw was hard nodig omdat het oude te veel mankementen vertoonde. Uit de douches druppelde zelden warm water, de onderhoudskosten stegen per maand en het aantal kleedkamers was niet toereikend. Zelfs de bestuurskamer deed dienst als kleedcabine.

Tijdens het 55-jarig bestaan kreeg D.R.L. een geheel nieuw onderkomen. Voor de nieuwbouw bleef alleen de voorgevel bespaart, de rest werd met de grond gelijk gemaakt.

Er kwamen zes nieuwe kleedkamers en een scheidsrechters kleedkamer, allemaal voorzien van eigen douches, een vergroot clubgebouw, een grote keuken, een bergruimte en een bestuurs-/commissiekamer.

In 1984 werd het nieuwe clubgebouw geopend. Er was geen geïmproviseer meer, maar een ideale toestand voor de hard groeiende vereniging D.R.L.

Een geheel verbouwde kantine, nieuwe kleedkamers en meer ruimte, maakten er een schitterende accommodatie van. Aan D.R.L. was gelijk het mooiste cadeau geschonken tijdens het 55-jarig bestaan.

In dit seizoen wordt ook het 1e elftal kampioen en daardoor werd er weer gespeeld in 2e klas K.N.V.B.

Broodje kaas voor DRL

Aanvoerder Cor Hoogendoorn over het kampioensschap: "We hebben maar twee wedstrijden verloren dit seizoen, hebben de hele winterstop doorgevoetbald. Maup heeft weinig spelers gebruikt, hooguit vijftien man. Iedereen wist precies waaraan hij toe was. En op Frans del-L'avo, Aad Godvliet en mezelf na zijn alle spelers afkomstig uit de eigen jeugd.

Er werd gezongen, met de polonaise werd al begonnen op het veld. Leo van de Vliet, oud speler en oud-amateurinternational, werd in de geweldige ambiance meteen aan het twijfelen gebracht of hij zijn elftalleiderschap er nu wel aan zou geven. Opa de Wolf, DRL's trouwste supporter, kwam alle spelers een hand geven in de kleedkamer, waar Peter Ydo het gevolg onderging van een weddenschap. Zijn snor ging eraf. Alvorens de instuif in de kantine begon, toog het eerste elftal met begeleiders naar De Hooiberg voor een etentje met de vrouwen. DRL's slagzin: Broodje Kaas ,een vinding van Peter Verhoeckx en Ed Noordijk, die de tekst zelfs op T-shirts had laten drukken, werd tot in de kleine uurtjes gescandeerd".

Anekdote (Ria van Bakel-Bloem):

Ik ben begonnen bij het damesteam als leidster, samen met Henk Pannenkoek. Toen ik mijn opleiding voor sportmassage begon, werd ik door Boy Nederlof gevraagd hem te assisteren. Zo ben ik bij het 3e elftal terecht gekomen. Bij de eerste wedstrijd moest ik natuurlijk mee de kleedkamer in en ik dacht dat de jongens daar wel moeite mee zouden hebben. Ik was natuurlijk wel een vrouw in een mannen kleedkamer. Het liep anders dan ik dacht want de jongens trokken zich niets van mij aan en gingen rustig uit en weer in de kleren. Ik zelf was degene die niet wist waar te kijken.

We gingen ook met het elftal weekendjes weg. De mannen en vrouwen apart in een huisje. Maar als je pas verkering hebt is het natuurlijk niet leuk om apart te slapen. Er hebben dus wel eens verliefde stelletjes een nacht in de auto doorgebracht.

Met het 11e elftal gingen we naar de Bonte Wever. Daar werd toen via het balkon van kamer naar kamer geklommen . Alleen je kwam wel eens in de verkeerde kamer uit.

Op een gegeven moment stopte Boy Nederlof met het eerste elftal en werd aan mij gevraagd het over te nemen. Als vrouwelijke verzorgster val je wel op en heb ik het (nodige) commentaar langs de lijn gehad. Ook daar was de humor, zoals het insmeren van de voetbalbroekkruizen met warmte zalf. De ademtest waar je roetzwart van werd en waar iedereen wel intrapte.

De seizoenen 1986-1987 en 1987-1988 worden de jaren van degradatie. Wat in de seizoenen 1982-1983 en 1983-1984 niet gebeurde, gebeurde toen helaas wel. In twee jaar tijd gleed D.R.L. af naar de 4e klas van de K.N.V.B. Om niet nog verder te zakken naar de R.V.B. wordt er in 1989 een-vijf jaren plan opgezet door het toenmalige bestuur Rinus Bergsen, Wim Vellina en Koos Kleinman. Onder andere werden een aantal

oud DRL-ers teruggehaald zoals Ed Noordijk, Ben van Drunen, Peter Meijboom en Edwin Boogaard.

Zij moesten proberen D.R.L. terug te laten keren naar de 2e klas van de K.N.V.B.

In 1989 viert D.R.L. het 60-jarig bestaan.

Door de feestcommissie (de club van 5) werden er allerlei activiteiten georganiseerd, zoals een jubileumwedstrijd tegen oud-Oranje.

Het 60-jarig bestaan stond geheel in het teken van het goede doel. "De Daniël den Hoed kliniek"

De Daniël den Hoed kliniek was een tehuis aan het opzetten voor ouders van zieke kinderen. Door de club is toen besloten geld in te zamelen, waar onder meer een televisie en videorecorder van is aangeboden.

 

70 jaar De Rotterdamse Leeuw (1990-1999):  

Tot grote vreugde van haar aanhang wist D.R.L. in het seizoen 1989-1990 het 3e klasserschap te veroveren, door in de na competitie samen met D.B.G.C te promoveren. De promotie werd een feit na een zenuwslopend gevecht met Germinal op Woudestein.

In de nacht van 4 op 5 januari 1990 overleed oud voorzitter Dirk Plokker. Dirk Plokker was zo'n man die uren kon praten over het amateurvoetbal en met oplossingen kwam voor de teruglopende leden aantallen bij de R.V.B. Onder zijn voorzittersschap kwam het geheel nieuwe onderkomen tot stand.

In het seizoen 1990-1991 mengde D.R.L zich in de strijd om de 2e periodetitel maar in de beslissingswedstrijd tegen VDL, moesten de Roodwitten helaas met 2-1 het onderspit delven. D.R.L. bleef echter uitstekend meedraaien en hield geruime tijd zicht op een kampioenschap. In de beslissende wedstrijden kwam D.R.L. helaas niet uit de verf en eindigde de competitie als 3e. Door het kampioensschap van V.D.L., erfde D.R.L. de 2e periodetitel en mocht het zich wederom gaan opmaken voor een serie beslissingswedstrijden samen met P.F.C. en Overmaas. Helaas was Overmaas de winnaar in deze nacompetitie en bleef D.R.L. in de 3e klasse.

D.R.L. wordt in 1992 geconfronteerd met een verhaal over een bovengrondse metro aanleg. Deze aanleg zou ten kosten gaan van het terrein aan de Spinozaweg. De deelgemeente en ook het grootste gedeelte van de raad was tijdens een raadscommissie gelukkig niet overtuigd van het nut van deze aanleg, een gunstige ontwikkeling voor D.R.L.

De Club van Honderd wordt op 19 januari 1993 spontaan en met succes opgericht door de heer G. Sassenburg. Na de oprichting zijn er 74 deelnemers.

DRL is winnaar van de 1e periode via een enigszins benauwde 3-3 tegen Leonidas. Pas in de laatste minuut slaagde Fred van Zon erin de gelijkmaker te scoren. Opnieuw was D.R.L. verzekerd van deelname aan de na-competitie, iets dat na de invoering hiervan nog niet aan de neus van D.R.L. voorbij was gegaan.

De eerste wedstrijd in de nacompetie tussen D.R.L. en Overmaas eindigt in 0-0. Ook de tweedewedstrijd tegen Leonidas eindigt in een 1-1 gelijkspel. D.R.L. was afhankelijk van het resultaat van de laatste wedstrijd in deze reeks, tussen Overmaas en Leonidas. D.R.L. kon slechts winnaar worden indien deze wedstrijd zou eindigen in een gelijkspel. Op 16 mei weet D.R.L. dat het een beslissingswedstrijd mag spelen tegen SV Ommoord, met als inzet een plaats in de 2e klasse van de K.N.V.B.

Op 23 mei 1993 is DRL terug gekeerd in de 2e klasse van de KNVB na een 1-0 overwinning op Ommoord, door een doelpunt van Ed Noordijk. Na een vreselijk spannende wedstrijd, bijgewoond door 750 toeschouwers is DRL terug waar het eigenlijk als vereniging thuis hoort. Het vijfjaren plan uit 1989 was gehaald.

Het verblijf in deze 2e klasse duurt tot 2001.

DRL wint in 1994, voor de 2e maal in successie,het sterk bezette Zilverenhoorntoernooi. In dit zware, 2 dagen durende toernooi, verliest DRL niet eenmaal. De finale gaat tegen de organiserende vereniging Nieuwenhoorn, dat het eigen toernooi niet eenmaal wist te winnen. Deze traditie wordt door DRL niet onderbroken want Nieuwenhoorn wordt met 2-0 verslagen. Een seizoen later speelt D.R.L. voor de 3e keer de finale. Dit keer werd er verloren tegen de organisator Nieuwenhoorn omdat zij de penalties beter wisten te nemen.

Op 31 mei 1996 speelt D.R.L. de halve finale, voor de Rotterdams Dagblad Trofee, tegen Feyenoord. In een Engelse wedstrijd wist D.R.L. een 1-0 achterstand recht te trekken. Helaas moest D.R.L. toch de meerdere vinden in Feyenoord. Vier minuten voor tijd werd het 2-1 waardoor D.R.L. 16 jaar na dato geen 2e finale speelde.

Het Jeugdplan 2000 wordt aangeboden. In dit plan wordt o.a. het tekort aan velden/kleedruimte en de bouw van een jeugdhonk onder de aandacht gebracht. Grote animators hierin waren de heren Molendijk, Schellingerhout, Tol en Van Mourik.

75 jaar De Rotterdamse Leeuw (2000-2004):

Vanaf de jaren ‘60 is de buurman van D.R.L., voetbalvereniging Belvedère. Deze vereniging houdt in het jaar 2000 op te bestaan. De opstallen en velden worden overgenomen door D.R.L. Hiermee heeft D.R.L. het totale complex aan de Spinozaweg in handen. Voetbalvereniging Zuiderpark is vanaf dat moment onderhuurder.

Op 25 januari 2001 wordt aan D.R.L. de Siem Heiden sportprijs uitgereikt. (Deze sportprijs is ingesteld om nieuwe activiteiten te bevorderen, die bijdragen aan het sportbeleid van de deelgemeente IJsselmonde. De prijs is vernoemd naar Siem Heiden, de IJsselmondse ex-wereldrecordhouder schaatsen uit de jaren dertig)

D.R.L. kreeg de prijs omdat zij al jaren veel betekent voor de deelgemeente en in het bijzonder voor de wijk Lombarijen. D.R.L. biedt opvang aan probleemjongeren uit de wijk en tracht hen via sport de nodige normen en waarden bij te brengen. D.R.L. heeft de jeugd hoog in het vaandel staan en vertaalt dit in een grootschalige diversiteit aan jeugdactiviteiten, een uitstekend beleid op het gebied van (sporttechnisch) kader en in het reeds enige jaren geleden zelfstandig gerealiseerde jeugdhonk op het complex waar jongeren buiten de sportactiviteiten om kunnen vertoeven in een huiskamerachtige sfeer.

In de wijkkrant Lombarijen werd het volgenden geschreven:

"De voetbalclub D.R.L. speelt sociaal en maatschappelijk een grote rol in Lombardijen. Er heerst bij de voetbalclub een fijne sfeer en een goede discipline. Opvoedkunde staat dan ook hoog in het vaandel bij de club. De samenwerking met de scholen uit de buurt is zeer goed te noemen. Er worden dan ook veel schoolvoetbaltoernooien op het complex gehouden."

In de competitie van 2000-2001 wordt, in de laatste wedstrijd van het seizoen, de rode lantaarn door Excelsior '20 overgedragen aan D.R.L. Het betekende meteen het einde van het tweedeklasserschap. Na 7 jaar in de 2e klasse van de K.N.V.B. te hebben gespeeld, moest D.R.L. een stapje terug doen.

G-elftal

Een bijzonder team binnen de vereniging is het G-elftal, het gehandicaptenteam. Verstandelijk gehandicapte kinderen tussen de zes en twaalf jaar voetballen tegen gezonde kinderen. Hiervoor is dispensatie gevraagd bij de K.N.V.B. omdat er een mix van leeftijden bestaat binnen een team en dat bestond nog niet in de regio Rotterdam. Binnen de jeugdcompetitie wordt er vooraf aan andere clubs gevraagd of er bezwaar is om tegen het G-team van D.R.L. te spelen. Het voetballen tegen gehandicapten wordt als positief ervaren, gezonde kinderen zijn heel flexibel en ervaren het als normaal. De jongens van het G-team vinden het geweldig.

3 juni 2002 is voor D.R.L. de dag van de absoluut domme pech. In een rechtstreeks promotie/degradatie confrontatie tegen Hellevoetsluis heeft D.R.L. de mogelijkheid terug te keren in de 2e klas van de K.N.V.B. Het van richting veranderde schot van Michel Phielix belande op de paal en een schot van een Hellevoetsluis speler belande in de 90e minuut in het goal, nadat de bal door een D.R.L. speler van richting was veranderd. D.R.L. had de mogelijkheid binnen een jaar terug te keren in de 2e klasse maar domme pech verstoorde het feest.

Ook in 2003 blijft D.R.L. helaas met lege handen staan. In de 2e ronde van de nacompetie bleek D.W.O. een niet te nemen obstakel.

Met het overhandigen van de jubileumvlag en het afsteken van vuurwerk werd er op zaterdag 3 januari 2004 een officieel begin gemaakt met de viering van het 75-jarig bestaan.

Evenals het 60-jarig bestaan, is ook dit jubileum gericht op het goede doel.

D.R.L. wil geen cadeautjes ontvangen tijdens hun verjaardag, maar juist een cadeau weggeven. De club is een actie gestart om geld in te zamelen voor het Kinderopvangcentrum in de Aristotelesstraat, waar lichamelijk en meervoudig gehandicapte kinderen tussen nul en achttien jaar worden opgevangen.

Tijdens het jubileumjaar worden tal van activiteiten gehouden.

Ondermeer een wedstrijd van Oud D.R.L. tegen Radio Rijnmond (8 april), Receptie voor genodigde met de officiële huldiging van het kampioenselftal (3 juni), Open dag voor de adspiranten en kinderen uit de omliggende wijken (9 juni), Discoavond voor de junioren (11 juni), Wedstrijd Oud D.R.L.- D.R.L.1 met een Reünie en een grote feestavond (12 juni) en een Ere wedstrijd van D.R.L.1 met voorafgaand een G-wedstrijd en het aanbieden van de speelwand aan het KDC te Lombardijen.

Op 22 januari 2004 overleed ons ERE-lid mevrouw W van der Meer-Crielaard.

Op zondag 21 maart vond de finale van Ons Kluppie plaats. Voetbalvereniging H.W.D. uit Overschie, paardrijvereniging de Hazelaar uit Hillegersberg-Schiebroek en voetbalvereniging D.R.L. uit Lombardijen waren genomineerd

Bij de beoordeling was vooral gekeken welke vereniging het leukste en meest originele bestedingsdoel voor de geldprijs van € 2.500,- had.

Bij het voorlezen van het juryrapport werd langzaam maar zeker duidelijk dat D.R.L. de prijs van
€ 2.500,- in ontvangst mocht nemen. De vereniging bestaat dit jaar 75 jaar en is aan het sparen voor een interactieve speel/ leerwand voor een dag- en nachtopvang instelling voor gehandicapte kinderen. Zij zullen de

€ 2.500,- dus niet steken in hun eigen vereniging, maar laten duidelijk zien dat ze als club een maatschappelijke betekenis hebben. Het gaat niet alleen om het sporten, maar ook om de functie van een club in de wijk en aandacht voor andere groeperingen. D.R.L. werkt op deze manier op een opvallende manier aan haar uitstraling en dat levert uiteindelijk ook veel op! Aad Nelisse nam de cheque van € 2.500,- namens D.R.L. in ontvangst en was zichtbaar emotioneel met de gewonnen prijs.

Het 75-jarig jubileum van de club is door de spelers van het 1e elftal opgeluisterd met het kampioensschap in de 3e klasse van de K.N.V.B. Na twee jaar achter elkaar net naast promotie te hebben gegrepen, hebben de mannen van Martin Klomp en Nico van Mourik het voor elkaar gekregen om rechtstreekse promotie naar de

2 klasse van de K.N.V.B af de dwingen. Het gehele seizoen werd er gestreden en liet D.R.L. zien een waardige kampioenskandidaat te zijn.Voor de echte D.R.L.-ers bestaat weer het gevoel dat de club terug is, daar waar het hoort......... DE 2E KLASSE.

Eindstand:
1. D.R.L. 48 punten
2. P.F.C. 42punten
3. Pretoria R. 40 punten

Helaas kunnen niet alle leden en elftallen uit de afgelopen 75 jaar worden beschreven.

Het jubileumboek is gemaakt aan de hand van het beschikbare archief materiaal.

Mijn dank gaat uit naar die personen die het mogelijk hebben gemaakt dit jubileumboek te kunnen maken.

"Het blijkt maar, hoe belangrijk het is om feiten en nieuws van het heden te verzamelen en te bewaren, zodat deze in de toekomst kunnen worden gebruikt om de geschiedenis te kunnen beschrijven."

Fred van Nieuwland.

 

Delen

voeg je eigen gadgets toe aan deze pagina!